Van de Schoonheid en de Troost

Journalist

Van de Schoonheid en de Troost

Wim Kayser Beauty

Deel I

Patricia de Martelaere

Amsterdam, 4 mei 2021—‘Ik heb vaak via de omweg van anderen geleefd.

Het is Wim Kayzer die ons bij allerlei groten der aarde voorging in die ene vraag over schoonheid en troost: vertel me wat dit leven de moeite waard maakt. 

Nu het einde het VPRO-icoon op de hielen zit, zoekt hij zelf een antwoord.

Wat volgt is geen gesprek, het is een correspondentie. 

Een heen-en-weer schrijven. 

Het is een vertraagde conversatie, en in volzinnen. 

Dat is de vorm die Wim Kayzer verkiest. 

Wim Kayser

De meester-interviewer houdt niet van interviews, niet als hij niet de vragen mag stellen. De man die voor zijn legendarische VPRO-programma’s wereldwijd bij de krachtigste geesten antwoorden ging zoeken – van Gabriel García Márquez over Oliver Sacks en Jane Goodall tot die onvergetelijke keer bij J. M. Coetzee – wordt erg schichtig wanneer hij die zelf moet trachten te vinden. 

Dat bleek al bij ons vorige ontmoeten, zes jaar geleden – een interview over en naar aanleiding van zijn De laatste tafel. In dat boek zitten we meer dan vijfhonderd pagina’s lang in het verbijsterde hoofd van één man, een deeltjesfysicus, die net te horen kreeg dat hij over twee dagen een, allicht fatale, spoedoperatie aan de hersenstam heeft te ondergaan. 

Het is een boek vol briljante vragen, die alle mogelijke antwoorden afschrikken.

‘Mensen met antwoorden, worden gevaarlijk’, zei hij me toen, met zijn alziende rechteroog.Te frontaal. 

Maar zijn weerzin voor antwoorden is niet de reden waarom we hier nu niet praten in levenden lijve. ‘Het lijkt er een beetje op dat ik in De laatste tafel ben terechtgekomen’, mailt hij me.

‘Mijn hartfalen dat jarenlang steady bleef, is gepromoveerd naar klasse NYAH 3 (google maar even als je het al niet weet). “Als corona jou te pakken krijgt, krijg je gelijk de eeuwigheid cadeau”, zei een van mijn cardiologen.’Dus besloten wij schrijvend te praten. Op mijn eerste mail met een reeks veel te voortvarende vragen, antwoordde hij: ‘Toen ik je mail las, moest ik subiet denken aan de reactie van Stephen Jay Gould op mijn uitnodiging voor mijn programma Een schitterend ongeluk: “Ik denk dat je te veel, te diepe en onbeantwoordbare vragen stelt. Je zet de aanval op de eeuwigheid te frontaal in.”’Ik pleitte schuldig, antwoordde helaas nog geen andere manier te kennen om die eeuwigheid tegemoet te treden. Waarna ik toch rustiger, alleszins kleiner vertrok, en wij als volgt converseerden.

Mag ik vragen wat u vanmorgen al hebt gedaan?

Ik ben in Nederland, maar ik breng de ochtenden altijd door in Frankrijk. Er is niets aangenamers dan om in de zeer vroege morgen in een doodstille hoeve koffie te zetten, en een ronde te maken door de nog bedauwde tuinen en weiden. Het is als die ene zin van Achterberg: “Ik loop in schilderijen rond.” 

Helaas hebben we onze hoeve in Frankrijk, waar we zo lang het grootste deel van het jaar verbleven, net te koop moeten zetten. 

De ochtenden hier in Nederland zijn zo ongelooflijk anders. Alles flikkert, schettert, er is geen ogenblik van rust. 

Een aura van een migraineaanval, daar loop je in. Dostojevski schrijft dat de mens een wezen is dat overal aan kan wennen. Maar ik vraag me af of mij dat hier zal lukken. 

Dus, om je vraag te beantwoorden, vanmorgen liep ik rond in mijn huis en was er heimwee naar de schilderijen. Zoals elke dag.

Zijn deze lockdowntijden niet voor ons allemaal een oefening in heimwee?‘Dat zou kunnen. Ik had zelf in Frankrijk in elk geval al getraind voor de lockdown, zonder dat te beseffen. We leefden daar tussen vier bergen, zonder buren, ’s nachts kon je tot voorbij de melkweg kijken. 

Het was er altijd doodstil. 

Vaak kwamen we dagenlang niet in de buurt van mensen. 

Zelfgekozen eenzaamheid, er is niets verslavender. Maar corona? 

Ik heb met opklimmende verbijstering gekeken naar de massahysterie die zich van de godganse wereld meester maakte. Ik hecht natuurlijk ook ontzettend aan het leven. 

Hierna wacht het niets. 

Het he-le-maal niets. 

Geen kans dat er ooit een schim van me opnieuw zal verschijnen. Dat is begrijpelijk voor de darwinist die ik ben en angstaanjagend voor de mens die ik ben. Dus bestelde ik mondkapjes, waarvan ik weet dat ze amper bescherming bieden, en ging zo deel uitmaken van de hysterie.

’Dat klinkt nog somberder dan lijdzaam.

‘De moraal is nog wel in orde hoor, maar de dagen zijn plotseling zeer eindig en vreemd. Mijn leven loopt op zijn laatste benen nu. Hartfalen fase 3. Het laatste station voor het eind van de rit. 

De wetenschap houdt me in leven met een parade aan medicamenten, nieuwe hartkleppen en pacemakers. ‘Ik geloof dat je weinig van het leven leert “. 

Patricia de Martelaere

Lees Deel II

LET’S KEEP IN TOUCH!

The stories on antonfoek seem to delight the producers, readers and writers alike.
Presumably appealing to their diverse interests as a reflection of life itself.
I have had the privilege of looking after and reading several issues times and times over again. And on each occasion I have been struck by the breadth and unexpectedness of the topics that get pitched.
Somehow, they all fall in together to make a satisfying whole, leaving us readers behind with a hunger for more.

We don’t spam! Read our privacy policy for more info.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *