Van de Schoonheid en de Troost

Journalist

Van de Schoonheid en de Troost

Beauty

Deel III

Patricia de Martelaere

Amsterdam, 4 mei 2021–Maar jegens wie of wat dan in godsnaam? 

Het lot? 

Dat woord is betekenisloos. Ik gok voor mezelf op woest verdriet. Dylan Thomas: “Do not go gentle into that good night. Rage, rage against the dying of the light.” 

Misschien ga ik nog één keer naar ons huis in Frankrijk. Om alles vaarwel te zeggen: de vallei, de stilte alsof de wereld nog niet bestaat, mijn hechte vrienden- en vriendinnenclub, veel hechter dan die in Nederland, de geur van het gras dat ik maaide, het geritsel van de beek onder ons slaapkamerraam, het gekraak van de derde tree van de trap van de keuken naar de zijderupsenkamer. 

Beauty 3 In my Life

Ik weet niet wat daarna gebeurt. Niet met mijn hart, niet met mijn gemoed. Ik heb geen flauw idee hoe sereen of doodsbang ik zal zijn als ik adem lig te happen in de palliatieve fase.’

In uw boek De laatste tafel zegt het hoofdpersonage: “Ik ben gek op vragen geweest, maar ik ben de antwoorden uit de weg gegaan. Laf.” Hoe dapper – in die betekenis – hebt u zelf tot nog toe geleefd? 

‘Ik heb mijn intellectuele vermogen altijd pover en dus irrelevant gevonden. Via anderen ben ik op zoek gegaan naar antwoorden. Ik heb vaak via de omweg van die anderen geleefd. Het was meer onzekerheid dan lafheid. Natuurlijk leer je van alles over het leven, in de privésfeer, hoe de maatschappij reilt en zeilt, waar alle paradoxen uithangen, maar je leert niets over hoe je leven móet. Ik heb vaak schipbreuk geleden. Zo gaat het nog steeds. Tel je winst maar niet uit.’

Vindt u dat de meeste mensen dapper leven?

‘Ik gebruik zelf nooit het woord dapper. Of moed. Mensen hebben zo godvergeten veel verschillende motieven. Maar het eerste waaraan ik denk als je vraagt naar die dapperheid, is aan het verhaal van Martha van Huessen, die joodse families liet onderduiken en later koerierster werd bij een verzetsgroep. 

Een ongelooflijk beminnelijke vrouw. Ik hoor het haar nog zeggen: “Ach jongen, het was geen naastenliefde hoor en al helemaal geen moed. Ik wilde die joodse mensen niet in huis, maar ze stonden, vlak voor Spertijd, op mijn stoep en ik dacht: als ik ze wegstuur kan ik met mezelf niet meer leven. En ik wou graag met mezelf leven. ’t Was eigenbelang. Als je dat begrijpt, begrijp je een boel.” 

Toen ze uit de verzetsgroep wou stappen omdat die naar haar zin te veel aanslagen pleegde die de meest sinistere wraakoefeningen uitlokten, dreigden die deugende verzetsmensen ermee haar te executeren.’

Wat is voor u dan de vraag? De vraag der vragen? Niet te beantwoorden, of bij voorkeur zelfs niet?

‘Ik heb altijd het akelige gevoel dat het antwoord op de vraag der vragen voor onze voeten ligt. Dat we er elke dag duizend maal overheen stappen, maar het niet zien. Misschien, nee waarschijnlijk omdat het antwoord te simpel is voor onze geesten die zo hooggestemd zouden zijn. 

“Op de vraag naar de zin van het leven, antwoordt iedereen met zijn levensloop”, schreef Konrád. De zin ervan ligt in de beschrijving. Dat is het wel. Veel verder kom je niet. Het mysterie rond de Big Bang is nog wel een dingetje, maar een mysterie is een vraag die nog niet is opgelost. En intussen blijft het verlangen naar iemand die jouw bestaan zin geeft. 

Michelangelo Creation of Man
Michelangelo Creation of Man

“God is dood. Maar soms verlang ik zo naar Hem dat ik de nonnetjes in het stadsgewoel verlegen groet.”

 Ik schreef het toen ik zeventien was. Die bijna kinderlijke hunker van toen is al zeker vijftig jaar morsdood, maar ik begrijp het voortdurende verlangen naar oorzaak en bedoeling wel. Het heeft onder veel van mijn werk gelegen. Maar ik kan de vraag der vragen dus alleen beantwoorden met mijn levensloop.’

Bent u blij met het tijdperk waarin u bent geboren?

‘De oorlog heeft me gevormd. Ik heb er in mijn leven, vaak zonder het te beseffen, bijna alles aan afgemeten. Na de oorlog kwamen zeven decennia waarin we niet bang hoefden te zijn dat er in het ochtendgrauwen op de deur werd gebonsd om ons te halen. 

Decennialang hadden we te eten en te drinken, konden we allerlei illusies koesteren over de maakbaarheid van ons leven en van de samenleving. Dat die illusies broos werden en voor een groot deel kapot vielen, doet er niet toe. We hadden de luxe van het dromen, van kunnen zeggen wat we zeggen wilden. We droegen de oorlog al die jaren met ons mee, als trauma en ijkpunt. Europa zou, ondanks al zijn mitsen en maren, een verzekering zijn dat Auschwitz nooit herbouwd zou worden. Wat een leven hebben we geleefd vergeleken met ontelbare anderen. Hoeveel mazzel kun je hebben?’

En nu?

‘Eadem sed aliter. Hetzelfde op een andere manier. Europa dreigt uiteen te vallen in het samenraapsel van de aloude natiestaten waaruit de vorige eeuw al die godvergeten ellende voortkwam. Geboren uit de oorlog, zie ik nu, na al die decennia van wat ik maar geluk zal noemen, dat alles weer op springen staan. De coronacrisis helpt een handje. Hij maakt allerlei spoken uit ons verleden wakker. De toekomst is niet alleen medisch, maar ook maatschappelijk totaal ongewis. Het boek waaraan ik nu schrijf, beseffend dat ik het vermoedelijk niet meer afkrijg, heeft als werktitel De gelukkigste jaren van de mensen. Die jaren worden met de dag meer herinnering.’

Hebt u het gevoel op uw 73ste al iets van dit bestaan te hebben begrepen?

‘Jaren geleden kuierde ik soms dagen aaneen met ­Péter Esterhazy, de schrijver die kortgeleden stierf, arm in arm door Boedapest. Boedapest is een fantastische en ook sinistere stad om doorheen te dwalen. Het verleden grijnst op elke straathoek. Bij de Grote Synagoge aan de Dohány utca, hadden we het op een dag over het grootste ongemak van de mensen: de waarheid. En dus: de leugen. “De waarheid over dit leven? Mogelijk schuilt ze alleen in het verzoenen van de leugens erover”, dat soort dingen had ik al geschreven. Maar later schreef Péter de zin die jouw vraag beantwoordt: “Het is verdomd lastig te liegen als je de waarheid niet kent.” Het is de mooiste zin ooit geschreven. Dat is wat ik van het bestaan heb begrepen.’

Patricia de Martelaere

Lees Deel IV

LET’S KEEP IN TOUCH!

The stories on antonfoek seem to delight the producers, readers and writers alike.
Presumably appealing to their diverse interests as a reflection of life itself.
I have had the privilege of looking after and reading several issues times and times over again. And on each occasion I have been struck by the breadth and unexpectedness of the topics that get pitched.
Somehow, they all fall in together to make a satisfying whole, leaving us readers behind with a hunger for more.

We don’t spam! Read our privacy policy for more info.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *