Hiroshi Sugimoto: De sluitertijd als reflectieve zone

Journalist

Hiroshi Sugimoto: De sluitertijd als reflectieve zone

Hiroshi Sugimoto Sea of Buddha

Deel IV

3.1. Westerse en Oosterse tijdbeleving

Sugimoto gebruikt fotografie om de perceptie van tijd te onderzoeken en de verschillende materialiteit van was en foto’s speelt hierbij een belangrijke rol. Of de Westerse visie op de verbeelding van de eindigheid van de mens in fotografie, zoals verwoord door Barthes, in alle lagen van Portraits hierbij de rode draad is, blijft toch de vraag. Is Sugimoto’s conceptuele aanpak wel gericht op dit tijdsconcept?

De kunstenaar van Japanse afkomst (Tokyo, 1948) woont sinds 1970 in de USA waar hij ook zijn opleiding genoot. Hij is duidelijk een Westerse kunstenaar, maar toch is een interculturele vergelijking tussen de Westerse en Oosterse tijdsbeleving gerechtvaardigd. Tijdens diverse interviews maakt hij er geen geheim van dat hij zich evenzeer liet beïnvloeden door Minimal Art en conceptuele kunstenaars zoals Andy Warhol als door de traditionele Japanse cultuur en ideeën over esthetiek. Zijn uitspraken in deze interviews gaan hierbij vooral over tijdsbeleving en daarom beperk ik me in de vergelijking hiertoe (hoewel ook de Japanse en de Westerse tradities van portret maken uiteenlopen, maar deze culturele verschillen rechtvaardigen niet direct een uitspraak over Sugimoto’s portretten).

Sugimoto ziet tijd niet als lineair, zoals Westerlingen doen, maar als circulair verschijnsel. Volgens de Japanse criticus Masashi Ogura is het Oosters tijdsconcept zonder het idee van een einde van de wereld essentieel anders dan het Westers concept, dat gebaseerd is op de Joods-christelijke visie.17 In de Zenboeddhistische tijdsbeleving is tijd gelijk aan Zijn, de mensen zelf vormen de tijd. Tijd passeert, maar een aspect ervan is tijdloos en dat beseffen is gelijk aan Zijn. De tijdloosheid in Sugimoto’s werk – zoals in de Seascape-serie – kan opgevat worden als allegorie voor zowel Zijn als Tijd. Hiermee is zijn werk niet alleen conceptueel of postmodern maar is het ook een romantische blik in het verleden. Het is het Sublieme ervaren, of zoals de Japanners het noemen de Jügen: een diepe innerlijke ervaring
van schoonheid die leidt tot onthechting van de tijd.18

De verschillende lagen van tijdsbeleving in Portraits maken dat de kijker probeert om verleden en heden samen te laten vallen om zo betekenis te vinden in de foto’s. Sugimoto staat als kunstenaar niet in de Japanse traditie maar dit Zenboeddhistisch tijdsconcept heeft zijn werk wel sterk beïnvloed. De Portraits gaan, voortbouwend op deze conclusie, niet over het-is-er-geweest (Barthes) maar over het-was-er-al, los van de tijd. Het gaat goedbeschouwd over de eeuwigheid van de dood, en paradoxaal, ook over de eeuwigheid van leven (in het geheugen).

Sugimoto zei hierover in 2002:

Het is mijn intentie om met fotografie het individuele en collectieve geheugen zichtbaar te maken. Het is een kwestie van teruggaan in de tijd en ons afvragen waar we vandaan komen.” 19


3.2. De camera en de moderniteit

Sugimoto gebruikt het medium fotografie voor reflectie over tijd waarbij de kijker een ‘losraken van de lineaire tijd’ kan ervaren. Ik heb duidelijk gemaakt welke rol de materialiteit van de media was en foto speelt, hoe de kunstenaar mediumspecifieke eigenschappen van fotografie inzet en hoe zijn spel met tijd aansluit bij het Oosterse tijdsconcept. Toch blijft er een vraag liggen: hoe past de postmoderne conceptuele aanpak in het geheel? In de series van Sugimoto echoën het ironische spel van Marcel Duchamp en de conceptuele aanpak van Andy Warhol, twee kunstenaars die hij erg bewondert.20

Hiroshi Sugimoto: Henry VIII (1999)

Het spel met origineel en kopie, met index en icoon, het verschil tussen een levende geportretteerde en een wassen
beeld: het zijn verwijzingen naar Jean Baudrillard en Walter Benjamin die een extra dimensie geven aan de serie. De serie Portraits gaat niet toevallig over iconen van onze wereld, mensen met aanzien, rijkdom of macht. Het is mogelijk om dit werk van Sugimoto te plaatsen in de postmoderne traditie van kritiek op de wereldwijde bekendheid van iconen, verkregen door massamedia. We ‘kennen’ Hendrik VIII mede dankzij de vele beelden van zijn portretten via gedrukte media, televisie en film. In 1981 verscheen Baudrillards’ kritiek op dit marktmechanisme in de vorm van zijn simulacratheorie.21

Deze theorie houdt in dat de beelden die wij kennen van iconen de werkelijkheid hebben vervangen, deze simulacra hebben de plaats ingenomen van dat wat ze representeren. Sugimoto presenteerde in 1995 de fotoserie Sea of Buddha (afb. 6).

Hiroshi Sugimoto Sea of Buddha
6 – Hiroshi Sugimoto, Sea of Buddha, 1995, 42×53 cm, zilvergelatinedruk, privécollectie



Deze serie van 48 foto’s maakte hij om te laten zien dat ‘postmoderne installaties van kopieën al in de twaalfde eeuw in Japan werden gemaakt’.22 In de tempel Sanjusangend (bekend als Hal van 33 baaien) in Kyoto staan 1001 beelden van de boeddhistische godheid Kannon die samen het hiernamaals representeren. Kannon kan zich ten behoeve van gelovigen onbeperkt vermenigvuldigen in 33 verschillende vormen, was het idee van de boeddhistische makers. Na lang onderhandelen mocht Sugimoto in het heiligdom foto’s maken. Hij verwijderde het kunstmatige licht en herstelde hiermee de uitstraling van de zee van Boeddhakopieën in het licht van de opkomende zon.

Hiroshi Sugimoto – Pace Gallery

Het ironische commentaar van de kunstenaar:

Zal onze conceptuele kunst ook acht eeuwen overleven?”

Met deze serie geeft Sugimoto direct commentaar op de dupliceerbaarheid van iconen. De serie Portraits zou ook een schoolvoorbeeld van commentaar op het verschil tussen origineel en kopie kunnen zijn. Toch is deze serie naar mijn mening niet direct bedoeld als kritiek op de mythe van originaliteit. Het aspect van het concept (kopie van een kopie van een kopie) gebruikt de kunstenaar vooral om extra tijdslagen aan te brengen die het thema tijdsbeleving verrijken. Benjamins’ stelling dat foto’s, als gereproduceerde objecten, geen levende aanwezigheid meer kunnen hebben, wordt onderuitgehaald door Sugimoto’s aanpak in de serie Portraits, waar hij juist leven toevoegt aan de wassen beelden. Door zijn methode van fotograferen creëert hij de illusie dat de bevroren toestand alleen een effect van de camera is, een besef dat we automatisch inbouwen bij foto’s. Portraits lijkt hierdoor bijna op een serie foto’s van levende mensen.

Daarnaast is er nog het aspect van de letterlijke productietijd van de foto’s. De moderniteit, de techniek van fotografie, verandert het oude medium was radicaal, maar door de lange productietijd die Sugimoto steekt in de foto’s benadert de serie bijna weer het medium schilderen, een kunstvorm die wat portretten betreft een geschiedenis deelt met was. David Hockney stelt dat tijd ontbreekt in fotografie, omdat het op elke plek dezelfde tijd is, in tegenstelling tot een schilderij waarop de hand van de schilder door de tijd heen bewoog.23

Sugimoto heft dit verschil op door de langdurige belichtingstijd en ontwikkelmethode. Concluderend kan gesteld worden dat de serie niet alleen een meditatie over tijd is maar ook over het medium fotografie. Het laat de kijker nadenken over het effect van de camera bij het vastleggen van mensen en objecten. De tijd die uitrekt (bij het zien van historische personen) en weer krimpt (bij het ervaren van de tijdloosheid) zorgen voor een reflectie die de grenzen van ons denkvermogen raken.24 In Japan heet deze verlichtende ervaring Satori.


  • 17 Elliott, 2005, p. 36
  • 18 Scharfstein, 2008, p. 359
  • 19 Bron: www.pbs.org/art21/artists/sugimoto
  • 20 Elliot, 2005, p. 34
  • 21 Baudrillard, Simulacre et simulation, 1981
  • 22 Brougher, 2005, p. 163
  • 23 Cape, 1988, p. 41
  • 24 Naar Ludwig Wittgenstein over de grenzen van onze taal en onze denkkaders. Sugimoto haalt deze filosoof regelmatig aan (Elliot, 2005, p. 40)

LET’S KEEP IN TOUCH!

The stories on antonfoek seem to delight the producers, readers and writers alike.
Presumably appealing to their diverse interests as a reflection of life itself.
I have had the privilege of looking after and reading several issues times and times over again. And on each occasion I have been struck by the breadth and unexpectedness of the topics that get pitched.
Somehow, they all fall in together to make a satisfying whole, leaving us readers behind with a hunger for more.

We don’t spam! Read our privacy policy for more info.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *