Waarom iedereen de Surinaamse schrijver Leo Ferrier zou moeten lezen:
In 1969 liet uitgeverij De Bezige Bij een groepsfoto van bijna al haar auteurs maken. Voor de gelegenheid verzamelden zich meer dan honderd schrijvers – overwegend mannen – in de bibliotheek van het Rijksmuseum. Van het hele gezelschap was Leo Ferrier (Paramaribo, 1940 – Paramaribo, 2006) de enige persoon van kleur.
Ferrier is een van de eerste Surinaamse schrijvers die werden uitgegeven door een grote Nederlandse uitgeverij. Zijn debuut Ātman, uit 1968, was een pleidooi voor een eigen Surinaamse cultuur.
Geen vrolijk einde
Ātman moest aan Surinamers laten zien dat de weg naar beschaving niet per se lag in zo Nederlands mogelijk worden. En: dat Nederlanders juist ook veel kunnen leren van de Surinaamse cultuur. Maar de roman gaat ook over minder prettige kanten van de samenleving destijds: huiselijk geweld, onderling racisme en onderdrukte homoseksualiteit.
We praten over het boek en het leven van Leo Ferrier in de laatste aflevering van Tigri Tories, onze podcastover Surinaamse boeken die een plek in ieders boekenkast verdienen.
Ferrier werd vergeten, niet alleen in Nederland, maar ook in Suriname. En net als bij veel andere Surinaamse schrijvers van zijn generatie kende zijn leven geen vrolijk einde. Hoe kan dat? Hoe werd er destijds op het werk van Ferrier gereageerd in Nederland en Suriname? Wat deed dit met Ferrier zelf? En waarom is het een goed moment om zijn boeken weer te lezen?
We spreken hierover met schrijver Maurits de Bruijn en met Anton Jie Sam Foek, journalist en een van de beste vrienden van Leo Ferrier. De Surinaamse schrijver Kevin Headley leest vanuit Paramaribo fragmenten uit Ātman voor.