David Eggers: Achterdocht, Droefenis en Sabotage

Journalist

David Eggers: Achterdocht, Droefenis en Sabotage

Neon Dystopia

Technology is Every en veel meer 

Als wij, in de grote steden dat al niet doen, gebeurt het leven in ons eigen gemaakte technologische jungle wel op korte termijn. Technology beheerst alles en bepaalt wie je vriend is of niet. Volgens Eggers in zijn nieuwste roman: Every.

Auke Hulst

Amsterdam, 29 oktober 2021– Every, het Alles leest gelukkig wel als een altijd en voortdurend voortdenderende trein. Volgens Eggers ( Boston, maart 1970) is dat iets wat iedereen aangaat: de invloed van de alom aanwezige technologie op onze persoonlijke levens en de samenleving.

We zijn in een nabije toekomst waarin social media-gigant de Circle is gefuseerd met Amazon, hier eufemistisch ‘de jungle’ genoemd. Het resultaat is een monstruositeit die het hele digitale domein domineert, en daarmee: de fysieke wereld, die daar nog slechts de voortzetting van is. De naam van dit in San Francisco gevestigde fusiebedrijf? De Every, het Alles. Ziet alles, legt overal en op alles de meetlat, verkoopt alles, heeft vrijwel elk mens ter wereld als klant, behalve het handjevol excentriekelingen dat bewust off-grid leeft.

Ruige natuur

Hoofdpersoon is Delaney, een jonge vrouw die is opgegroeid te midden van de ruige natuur van Idaho en die heeft moeten toezien hoe de internetreus het buurtwinkeltje van haar ouders kapot heeft gemaakt. Delaney heeft zich voorgenomen dat bedrijf van binnenuit te gronde te richten, en heeft daartoe met zorg een profiel opgebouwd dat voor de Every aantrekkelijk is – Delaney’s afstudeerscriptie was zelfs een apologie voor de monopolist, waarin ze de term ‘Goedwillend Marktleiderschap’ muntte. 

Het idee is infiltreren, de machinerie analyseren en dan toeslaan ‘als een Snowden’. Een andere mogelijkheid dan sabotage ziet Delaney niet meer – dit is een wereld waarin journalistiek is weggesaneerd, informatie over de kwalijke bijwerkingen van de Every (zoals een hoog aantal zelfmoorden) het publiek niet bereikt, en de politiek in de zak van het bedrijf zit, op één eigenwijze en eigenzinnige presidentskandidaat na, die vakkundig door de Every in het pak wordt genaaid.

De actie vangt aan op het moment dat Delaney aan de sollicitatieprocedure begint die van haar een ‘Everyone’ moet maken – een weinig originele echo van de opzet van De Cirkel, waarin we de nieuwbakken werknemer Mae Holland volgden, die inmiddels de leiding heeft over de Every. Tijdens die moeilijke procedure pitcht Delaney een app die ze samen met goede vriend Wes heeft bedacht: Authenti-Friend. 

Daarmee kan een AI aan de hand van data vaststellen of een vriend een ‘echte, oprechte’ vriend is, of een huichelaar. Delaney: ‘Denk je eens in hoeveel oprechter en authentieker onze vriendschappen zouden worden als we er maar de juiste statistieken op loslaten.’ Hiermee is haar plan direct in werking gesteld: de Every verleiden tot het uitrollen van zó schadelijke diensten, dat de mensheid in verzet zal komen tegen het bedrijf.

Optimistisch, zo zal blijken. Dit is de wereld van de quantified self, een wereld waarin de OwnSelf-app niet alleen je gedrag boekstaaft, maar ook richtlijnen bewaakt: zoveel minuten per dag bewegen, zoveel minuten per dag lachen, zoveel smileys sturen, zoveel berichten posten, et cetera et cetera. Een wereld die gepla-muurd is met surveillance, waarin geheimen leugens zijn, privacy diefstal is, en waarin mensen rondlopen met bodycams. 

AuthentiFriend, omgedoopt tot Friendy, wordt ’s werelds meest gedownloade app, ‘een miljard kleine en grote leugens werden verteld en ontmaskerd en de mensheid werd overspoeld met een meedogenloze golf van verdriet en achterdocht. Het was nog veel erger dan Delaney zich had kunnen voorstellen. En toch nam niemand het de Every kwalijk.’

Hetzelfde geldt voor andere ideeën. Alles wordt zichtbaar gemaakt en met schaamte behangen, en die schaamte werkt als controle-mechanisme. Je persoonlijke CO2-voetafdruk, uit te drukken in ‘impactstress’, met eyetracking vastgelegde oogbewegingen waarmee elke gestolen blik op borst of bil kan worden geopenbaard, de private sfeer van het gezinsleven, die onder het mom van ‘het beschermen van kinderen’ ten prooi valt aan surveillance ín huis. Wat Delaney en Wes ook proberen, en wat de Every ook lanceert, de opstand van gebruikers blijft uit – geen enkele inbreuk gaat over de schreef.

Orde en veiligheid

Daarmee is ook het grootste verschil met De Cirkel aangestipt: in die duistere roman zit het kwaad hoofdzakelijk in het empathisch tekort van techmiljardairs. Nu zijn wíj het probleem, de makke schapen die zich voegen naar de controle-architectuur van de digitale dystopie. We kunnen ons laatdunkend uitlaten over het Chinese sociaal-kredietsysteem, maar marcheren zelf vrolijk een vergelijkbare toekomst in – met dien verstande dat in het kapitalistisch systeem de techreus bepaalt, niet de overheid. De meeste mensen, suggereert Eggers, willen bevrijd worden van de vrijheid, van keuzestress, van eigen verantwoordelijkheid. Ze willen orde. Ze willen veiligheid.

De beste passage van Het Alles draait – het is vermoedelijk toeval – om een echt schaap. Als nieuwe werknemer wordt Delaney geacht een bedrijfsuitje te organiseren. Ze neemt enkele tientallen collega’s, die haar voor de trip pagina’s lang de oren van het hoofd appen over elk denkbaar wissewasje, mee naar de kust van Point Reyes om zeeolifanten te bekijken. Menig deelnemer raakt getraumatiseerd: door het onderweg moeten aanzien van vee in de wei (dierenmishandeling!), van inbreuk op de privacy van de zeeolifanten, door de impactstress van de (elektrische!) bedrijfsbus, en door een aanrijding met een schaap, dat postuum Athena wordt gedoopt. De ‘overlevenden’ van het uitje komen nadien meermaals samen, waarbij elke deelnemer beweert ‘nog zwaarder emotioneel verminkt te zijn dan zijn voorganger’. Er worden steeds extremere oplossingen voorgesteld: ga niet naar het strand, sluit het strand, nee, kom sowieso bij geen enkel dier meer in de buurt. Wat leidt tot een antihuisdierbeweging. ‘Everyones krijgen één werkweek de tijd om hun dierlijke gevangenen van de campus te verwijderen. Dank voor jullie Medewerking!’

Het Alles is satirischer dan De Cirkel. Soms geslaagd, vaak onbeholpen. De op-richter van de jungle (lees: Jeff Bezos) overweegt zich met zijn vrouw op de maan terug te trekken, de flaptekst begint met de mededeling: ‘Flapteksten worden nooit gelezen’, lezersonderzoek heeft uitgewezen dat 454 pagina’s ‘het absolute maximum’ is dat een lezer kan verdragen, zodat Het Alles 454 pagina’s telt. (In het Engels telt het boek 577 pagina’s, en is het betreffende getal 577, wat toch echt een stuk meer is.) Fictie wordt door de Every ‘gefixt’ middels FictFix-algoritmes: onaangename personages worden sympathiek gemaakt, aanstootgevende passages gekuist. (‘Onze ervaring leert dat we 86 procent van alle fouten in 92 procent van de romans kunnen verbeteren.’)

Social Credit System in China

Wandelend opiniestuk

Tegelijk kent Het Alles net als De Cirkel weer een buikspreekpop van Eggers zelf, een wandelend opiniestuk. In Het Alles is dat een voormalige professor van Delaney, die haar pupil lange brieven stuurt. Toegegeven, deze professor Agarwal is minder ergerlijk dan de bebaarde betweter in De Cirkel, maar de kritiek die Agarwal formuleert – en die zowel links als rechts betreft, en het perverse samen-spel tussen beide – had beter in een handzaam pamflet gepast. ‘Elk jaar’, schrijft Agarwal, ‘besteden we meer tijd aan het beoordelen en veroordelen van elkaar, aan elkaar geestelijk vermoorden. […] We zijn als soort aan het krimpen. […] In zo’n klimaat kan niets groots ontstaan en kan geen authentiek menselijk leven worden geleid. We worden met het jaar, met de dag, tammer en angstiger, elk uur komt er weer iets bij wat we niet mogen doen of zeggen, en met iedereen die dat toch doet, wordt afgerekend – die wordt digitaal ter dood veroordeeld. Elke nieuwe generatie geeft voor empathischer te zijn dan de vorige en toch is elke nieuwe generatie minder vergevingsgezind.’

Hoe nog een authentiek menselijk leven te leiden? Dat is de kernvraag. Maar Eggers werpt meer op. Hij legt de vinger op de ironie dat emancipatiebewegingen gretig de architectuur gebruiken van de überkapitalistische vijand – en zich door die architectuur láten gebruiken. Terwijl de algoritmen juist rechtse, antidemocratische haatretoriek promoten, zoals recent intern onderzoek van Twitter uitwees, en zoals bleek uit interne documenten van Facebook. (Wanneer Eggers in Het Alles spreekt over het wangedrag van voorloper de Circle, heeft hij evident Facebook op de korrel: ‘Ze leken nooit spijt te hebben van overtredingen of zich iets aan te trekken van de verderfelijke of nadelige effecten van het gebruik van hun producten. 

De Circle verspreidde dagelijks miljoenen haatberichten, veroorzaakte ongehoord veel leed en sterfgevallen, had wereldwijd de verloedering van de democratie gefaciliteerd.’) Hij werpt de vraag op wie er verantwoordelijk is voor het temmen van dit monster. De gebruikers? Overheden? (Ik zou zeggen: overheden, ware het niet dat voor veel overheden – ook de onze – wantrouwen het organiserend principe is geworden, en dat ze te verliefd zijn op de mogelijkheden die de nieuwe technologie biedt dat wantrouwen om te zetten in controle. Het zal, kortom, een ándere overheid vergen.)

Imagoprobleem

Het Alles is sciencefiction van het ‘als dit zo doorgaat’-type, dicht op de actualiteit. Daarmee loop je het risico nog tijdens het schrijven door de actualiteit te worden ingehaald. Willekeurig voorbeeld: op onze eigen onderwijsinstellingen worden al online tentamens afgenomen middels proctoring-software, die beeldscherm, student én kamer scant op ‘verdacht gedrag’. Facebook, dat een mogelijk fataal imagoprobleem het hoofd probeert te bieden, is momenteel aan het nadenken over een virtual reality-internet: metaverse, een woord ontleend aan de sf-roman Snow Crash van Neal Stephenson uit 1992, waarin de wereld na de teloorgang van overheden het territorium is geworden van private ondernemingen. Erg dystopisch allemaal, maar bepaalde ondernemers zien dystopisch nu eenmaal als een vingerwijzing. (John de Mol valt ook in die moreel minvermogende categorie.)

Zelf heeft Eggers – tevens oprichter van uitgeverij McSweeney’s – een kleine poging tot verzet gedaan door de hardcover van Het Alles niet via Amazon te distribueren, maar alleen via de fysieke boekhandel. Om tot de conclusie te moeten komen dat ook hij uiteindelijk niet om Amazon heen kan. Althans, als hij voldoende mensen wil bereiken om de boodschap te verspreiden dat bedrijven als Amazon niet deugen. Want dáár is het Eggers, meer dan om literaire overwegingen, om te doen.

Wat wil zeggen dat Het Alles ondanks de vele gebreken toch een geslaagd boek kan zijn. Maar dat zal de toekomst uitwijzen.

Auke Hulst is boekbespreker en auteur

LET’S KEEP IN TOUCH!

The stories on antonfoek seem to delight the producers, readers and writers alike.
Presumably appealing to their diverse interests as a reflection of life itself.
I have had the privilege of looking after and reading several issues times and times over again. And on each occasion I have been struck by the breadth and unexpectedness of the topics that get pitched.
Somehow, they all fall in together to make a satisfying whole, leaving us readers behind with a hunger for more.

We don’t spam! Read our privacy policy for more info.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *