Vergeten

Journalist

Vergeten

In de steek gelaten

De stoffige weg van Rapid City naar Pine Ridge strekt zich eindeloos uit door de vlaktes van South Dakota, een lint van asfalt dat lijkt te verdwijnen in de even eindeloze horizon. Ik  zet de huurauto stil bij de rand van het reservaat en kijk naar het bord dat de grens markeert. “Pine Ridge Indian Reservation – Home of the Oglala Lakota Nation.” De letters zijn verbleekt door jarenlange zon en wind.

Het is mijn eerste bezoek aan wat statistici de armste plaats van Amerika noemen, maar ik weet dat cijfers nooit het hele verhaal vertellen. Als buitenlands correspondent en journalist uit Nederland heb ik mij redelijk goed voorbereid op deze reis, maar niets had hem kunnen voorbereiden op wat hij hier zou aantreffen.

De eerste indruk is die van een totaal en geheel vergeten verlatenheid. Vervallen huizen staan naast mobiele homes die hun beste tijd lange tijd geleden hebben gehad. Langs de hoofdweg zie ik ze al – mannen en vrouwen die met uitgestoken hand auto’s aanhouden, hun gezichten getekend door leven dat te hard is gegaan. Een vrouw van middelbare leeftijd wankelt naar de auto toe, haar ogen bloeddoorlopen.

“Please, mister, just a dollar,” smeekt ze. “For food. Ik ruik de alcohol in haar adem, ziet het in haar ogen – die wanhopige honger naar verdoving.

Bij het kantoor van de Oglala Sioux Tribe Partnership for Housing ontmoet ik Sarah Crow Dog, een maatschappelijk werkster die al twintig jaar in Pine Ridge werkt. Ze is een vrouw van begin vijftig met grijzend haar en ogen die zowel medeleven als vastberadenheid uitstralen achter een donkere bril verborgen.

“Journalisten komen hier niet vaak, eigenlijk nooit ” zegt ze terwijl ze een rondleiding geeft. “De meeste mensen weten niet eens dat we bestaan. Of ze willen het niet weten.”

Ze laat statistieken zien die de werkelijkheid van Pine Ridge onweeregbaar omschrijven: een werkloosheid van meer dan 80 procent, een zelfmoordcijfer dat vijf keer hoger ligt dan het nationale gemiddelde en een levensverwachting die vergelijkbaar is met die van de armere ontwikkelingslanden. Maar het is Jenny Broken Arrow die het menselijke gezicht geeft aan deze cijfers.

Jenny is 34 jaar oud, moeder van drie kinderen, en ze woont in een klein huis aan de rand van het dorp. Haar neus staat scheef – gebroken en nooit goed gezet. Als ze praat, raakt haar hand onbewust haar gezicht aan, alsof ze de pijn nog steeds voelt.

“Hij drinkt niet altijd,” vertelt ze, terwijl haar kinderen buiten spelen. “Soms is hij de man van wie ik hield. Dan komt hij thuis met bloemen of een cadeautje als hij weer wat heeft gewerkt, zegt dat hij spijt heeft, vreselijk veel spijt en dat het nooit meer zal gebeuren.” Ze pauzeert, staart uit het raam. “Maar de fles roept altijd harder dan zijn geweten. En ik weet dat hij mijn neus zo weer kan breken .”

Jenny vertelt hoe haar man Tom drie weken geleden thuiskwam, bezopen en woedend omdat hij weer geen werk had gevonden. Het begon met schelden, escaleerde naar duwen, en eindigde met een vuist in haar gezicht. Het kraakbeen van haar neus verbrijzelde.

“Ik had naar het ziekenhuis moeten gaan,” zegt ze, “maar dat is drie uur rijden, en we hebben geen geld voor benzine. Sarah heeft me geholpen, maar…” Ze spreidt haar handen. “Kijk hoe het nu is.”

De volgende ochtend kwam hij huilend thuis, huilend en smekend om vergeving. Jenny nam hem terug, zoals ze altijd doet. “Waar moet ik anders heen?” vraagt ze. “En de kinderen hebben hun vader nodig. Ook al is hij… zo.”

Sarah legt uit dat Jenny’s verhaal niet uniek is. “Alcoholisme verwoest hier families al generaties lang. Het begon met de onderdrukking, het verlies van onze cultuur, onze taal, ons land. Mensen verdoven de pijn, maar de pijn blijft.”

Ik breng een middag door in een recreatie gebouw en ga met de mensen langs een klein primitief in elkaar getimmerd gebouw van een enkele cel waar een dronken vrouw haar roes uitslaapt.  Sheriff’s deputy Robert Walks Tall, zelf een Lakota, laat mij de faciliteiten zien. Een emmer om de ontlasting in achter te laten.

“Elke nacht weer,” zegt Robert, “ zijn het dezelfde mensen met dezelfde gezichten, dezelfde verhalen. We pakken ze op langs de weg, waar ze auto’s aanhouden voor geld. Meestal zijn het goede mensen, maar de drank maakt monsters van ze. Vaak liggen ze gewoon langs de weg .”

In een ander bouval met wat tralies ervoor van de cellen zit een oudere man, zijn hoofd in zijn handen. “Dat is George,” zegtRobert. “Voormalig schoolhoofd. Begon te drinken toen zijn vrouw stierf. Nu slaapt hij meer hier dan thuis.”

De volgende dag ga ik naar een plaatselijke voedselbank, gerund door een christelijke organisatie uit Rapid City.  Een gepensioneerde vrijwilligster en voormalige juf van een lagere school vertelt over de uitdagingen, die niet op zijn te lossen zonder hulpen steun van de federale overheid.

“De federale overheid heeft ons verplichting tot zorg,” zegt ze, “maar in werkelijkheid zijn wij grotendeels vergeten. De fondsen komen niet en als ze komen zijn ze veel te laat, onvoldoende, of verdwijnen in bureaucratische molens. Ondertussen sterven onze mensen.

Ze laat rijen met lege schappen in de armzalige supermarkt zien. “Vorige maand konden we twee weken geen voedsel uitdelen omdat de subsidie was uitgesteld. Mensen gingen naar de stad, bedelden op straat, of erger. Ze stalen om te overleven.”

Ik ontmoet ook verhalen van hoop. In het cultureel centrum ontmoet ik een jonge man van een jaar of dertig die terugkeerde naar het reservaat na zijn studie rechten in Denver. Hij probeert een programma op te zetten om jongeren te verbinden met de traditionele Lakota cultuur.

“We hebben onze verhalen verloren, we zijn ze kwijt” zegt David. “Onze taal, onze ceremonieën, onze verbinding met het land en vooral onze trots. Als we dat terug zouden kunnen vinden, kunnen we misschien ook onszelf terugvinden.”

Maar zelfs David’s optimisme wordt getemperd door de harde realiteit. Van zijn studiegenoten uit Denver is hij de enige die terugkeerde. “De meesten zien geen toekomst hier. En ik begrijp het. Soms vraag ik me af of ik niet gewoon tegen windmolens vecht.”

Op mijn laatste dag in Pine Ridge bezoekt het graf van Wounded Knee, waar in 1890 honderden Lakota indianen vermoord werden en gedood door Amerikaanse troepen. De wind waait hard over de prairie, en de stilte is oorverdovend.

. “Mensen denken dat Wounded Knee geschiedenis is,” hoor ik,  “Maar voor ons is dat niet zo en gaat het door. Elke dag weer.”

Terug in New York, achter mijn schrijftafel, worstel ik met de vraag hoe hij dit verhaal moet vertellen. Hoe leg je uit aan de luisteraars die zich zorgen maken over het parkeren in de straat dat er, midden in Amerika, mensen leven in omstandigheden die lijken op de ergste delen van de ontwikkelingswereld? Mensen die zeggen dat het beter is in Burundi en beter in Bolivia. 

Ik moet denken aan Jenny, die waarschijnlijk weer thuis zit te wachten tot haar toekomstige ex-man thuiskomt, zich afvragend of hij nuchter of dronken zal zijn. Ik denk aan George in zijn cel, Sarah die onvermoeibaar doorwerkt zonder voldoende middelen en aan de andere mensen die proberen een cultuur nieuw leven in te blazen die bijna uitgestorven is.

Pine Ridge blijft bestaan, vergeten door een wereld die te druk is met zijn eigen problemen.

Maar in een klein huis aan de rand van het reservaat zit Jenny nog steeds te wachten, haar gebroken neus een stille getuige van een gebroken systeem dat een heel volk in de steek heeft gelaten. En ergens in Amerika rijden auto’s voorbij aan uitgestoken handen, hun bestuurders kijkend naar de weg voor hen, niet naar de mensen die ze achterlaten in hun stof.

Anton JieSamFoek

13 juni 2025

LET’S KEEP IN TOUCH!

The stories on antonfoek seem to delight the producers, readers and writers alike.
Presumably appealing to their diverse interests as a reflection of life itself.
I have had the privilege of looking after and reading several issues times and times over again. And on each occasion I have been struck by the breadth and unexpectedness of the topics that get pitched.
Somehow, they all fall in together to make a satisfying whole, leaving us readers behind with a hunger for more.

We don’t spam! Read our privacy policy for more info.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *